Termen

Termen in de verpleegkundige zorg

Toelichting op veel gebruikte termen in de verpleegkundige zorg

Let op: de strekking van de veel gebruikte termen in de verpleegkundige zorg is niet meer dan een hulpmiddel.
De hulpvraag van de patiënt / cliënt / zorgvrager in zijn of haar individuele situatie behoort steeds centraal te staan.
Respect, ontplooiing en een volwaardige plaats in de samenleving staan daarbij centraal.
Het maken van keuzes bij het inrichten van het eigen leven al dan niet in relatie met zijn of haar omgeving geldt daarbij als uitgangspunt.

Basiselementen / veel gebruikte termen in de verpleegkundige zorg:

1. Verpleegkundige Diagnose
2. Verpleegplan
3. Cirkel van Deming
4. Verpleegkundige rapportage
5. P.E.S.-structuur
6. R.U.M.B.A.-eisen
7. S.O.A.P.

8. NANDA

1. Verpleegkundige diagnose.

  • De actuele zorg/hulpvraag.
  • Benoem alle mogelijke (relevante) oorzaken.
  • Benoem bijgaande signalen c.q. symptomen. (Gebruik makend van de P.E.S.- structuur voor functionele gezondheidspatronen volgens Gordon). Ga na of een gelijke situatie zich vroeger al eens heeft voorgedaan, welke benadering van het probleem is er destijds gehanteerd, wat was het resultaat van en de ervaring met de gevolgde benadering.

2. Verpleegplan

Definitie verpleegplan:

“Een verpleegplan is een monodisciplinaire uitwerking van de vastgestelde antwoorden op de zorg-/hulpvragen, zijnde zorg- (medische) doelen én andere verpleegkundig noodzakelijke acties betreffende één cliënt.”

Een verpleegplan bevat doelen welke verpleegkundige en cliënt, willen bereiken en een aanduiding van de tijd waarbinnen en de wijze waarop getracht wordt deze doelen te behalen.

Een goed verpleegplan doorloopt de Cirkel van Deming (zie 3)

Verpleegplannen hebben als grondslag:

  • De zorg- (medische) doelen.
  • Continueren gewenst gedrag c.q. gezondheidstoestand.
  • Het voorkomen van problemen.
  • Uitstel of beperking van problemen.
  • Oplossen van problemen.
  • Verpleegkundige interventies
    Omschrijf:

    • Het tijdstip, de situatie waarin en de voorwaarden waaronder de handelingen verricht moeten worden.
    • De te gebruiken methode en of volgorde van handelingen.
    • De werkwijzen en handelingen die verricht moeten worden om het (sub)doel te realiseren. Verwijs hierbij, indien aanwezig, naar standaard protocollen of handelingsschema’s. Splits complexe handelingen in enkelvoudige handelingen, formuleer zo nodig subdoelen.
    • De te verrichten handelingen in concrete, begrijpelijke en eenduidige bewoordingen welke maar op één manier uitgelegd kunnen worden.
    • Wie de handeling uitvoert en of er verantwoordelijk voor is.

    Evaluatie.

    • Beschrijf wat wanneer en door wie geëvalueerd wordt.
    • Product evaluatie: Uitkomsten, welk effect heeft de interventie bewerkstelligd? Is dit effect het beoogde doel? Is het doel nog actueel?
    • Proces evaluatie: Afspraken over de uitvoering, welke handelingen zijn op welke wijze uitgevoerd om dit effect te bereiken? Vindt er een terugkoppeling plaats naar eerdere fasen in het verpleegkundig proces?
      Wordt de cliënt bij de zorg betrokken? Is er voldoende continuïteit en coördinatie van de zorg?
    • Structuur evaluatie: Organisatie van de unit, huis, woning, kijk naar de voorwaarden waaronder de zorg verleend is. Was er voldoende en deskundig personeel aanwezig, waren de benodigde voorzieningen/materialen voorhanden?

Terug

3. Cirkel van Deming

Een goed verpleegplan voldoet aan de criteria van de Cirkel van Deming:

  • Plan (bedenken en organiseren)
  • Do (uitvoering)
  • Check (verifieer of datgene wat bedacht is ook wordt uitgevoerd)
  • Act (doe iets met de bevindingen uit de verificatie en/of stuur bij)

4. Verpleegkundige rapportage

Bij het opstellen van rapportages over een periode van bijvoorbeeld een maand of zes weken kan via een analyse van gegevens niet alleen het Probleem, maar ook de Etiologie (oorzaken) en de Symptomen van een probleem benoemd worden.

De dagelijkse rapportage moet volledig en overzichtelijk zijn.

Om volledig te kunnen zijn kan gebruik gemaakt worden van de volgende SOAP-structuur.

Beschrijf de symptomen. Deze kunnen zowel Subjectief als Objectief zijn.
Subjectief is bijvoorbeeld: Wat zegt de cliënt, de familie?
Ik heb pijn, honger, enz. Hij was niet gezellig.
Objectief is bijvoorbeeld: Hoe laat kwam iemand thuis, wat is de uitslag van een onderzoek, wat zag je aan de cliënt (hij hinkte, ze had een rode kleur).
Analyseer deze gegevens. Beschrijf wat jij denkt dat het probleem is (als er een probleem is) en wat de oorzaken (kunnen) zijn.
Een Plan dat is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd als antwoord op de analyse volgt daarna, met de beschrijving van de reactie van de cliënt daarop (anders gezegd: Wat heb je gedaan, hoe reageerde de cliënt en wat (en hoe) moeten je collega’s hier nog mee doen?).

5. PES

PES staat voor:

  • De P van Problem (probleem, klachten, gezondheidsverstoringen en de reactie van de patiënt op de ziekte)
  • De E van Etiologie (ziekteoorzaak en samenhangende factoren)
  • De S van Signalen en Symptomen: kenmerken, criteria

6. RUMBA

De RUMBA-criteria kunnen gebruikt worden om de kwaliteit van de verpleegkundige zorg meetbaar en inzichtelijk te maken.

De RUMBA-criteria.
Door de formulering van de verpleegdoelen te laten voldoen aan de RUMBA-criteria wordt het mogelijk de verleende zorg effectief te evalueren. Immers door duidelijke en concrete formulering van verpleegdoelen is het goed mogelijk na te gaan in hoeverre en in welke mate de verpleegdoelen zijn bereikt. Bovendien weten de zorgvrager en de verpleegkundige exact waar zij aan toe zijn.

Relevant
In eerste instantie dient een verpleegdoel te voldoen aan het criterium relevantie. Dit houdt in dat het verpleegdoel belangrijk moet zijn in relatie tot:

  • de verpleegkundige diagnose
  • de zorgvrager-gerichtheid
  • de verschillende stappen die tot de juiste oplossing dienen te leiden; van de korte naar de lange termijn.

Understandable (begrijpelijk)
De begrijpelijkheid van een verpleegdoel heeft tot gevolg dat niet alleen de verpleegkundige maar ook de zorgvrager weet waar hij aan toe is. Het criterium begrijpelijkheid is moeilijker te realiseren als verpleegkundigen gespecialiseerder werk verrichten; of de zorgvrager door de aard van de verstandelijke handicap niet kan begrijpen wat de bedoeling van een verpleegdoel is. Het criterium begrijpelijkheid heeft ook betrekking op het gegeven dat collega’s of andere hulpverleners weten wat onder een bepaald verpleegdoel wordt verstaan.

Measurable (meetbaar)
Verpleegdoelen zijn alleen in meetbare termen te formuleren als vage formuleringen worden vermeden. Het is dus fout te stellen dat ‘een zorgvrager enige kennis dient te hebben van…’ of ‘dat een zorgvrager normaal gedrag vertoont…’ of dat ‘een zorgvrager veel gevoel heeft voor….’
Meetbaar impliceert het gebruik van concrete en specifieke termen.

Behavorial (waarneembaar gedrag)
Het lijkt moeilijk, maar desondanks is het goed mogelijk om in overleg met de zorgvrager verpleegdoelen te formuleren in waarneembaar gedrag. Ook als het gaat om gevoelens. Dat vereist soms wel enige lenigheid van de geest. Het kan bijvoorbeeld heel moeilijk zijn om bij een verstandelijk gehandicapte zorgvrager op korte termijn doelen te formuleren die leiden tot een verandering in waarneembaar gedrag. Daar staat tegenover dat van verpleegdoelen ook een inspirerende werking kan uitgaan, maar dan moet wel worden voldaan aan de het volgende RUMBA-criterium.

Attainable (bereikbaar)
Het is voor zowel de zorgvrager als de verpleegkundige van groot belang dat de geformuleerde doelen haalbaar of realistisch zijn. Anders is er eerder sprake van ontmoediging in plaats van inspiratie. Factoren die van belang zijn met betrekking tot de haalbaarheid van de verpleegdoelen zijn:

  • wat wil, kan, doet de zorgvrager
  • het al dan niet in voldoende mate aanwezig / beschikbaar zijn van adequate hulpbronnen bij de zorgvrager of in zijn omgeving
  • aanwezigheid van voldoende voorwaarden/ middelen om de geplande zorgverlening te realiseren.

Kanttekeningen bij het gebruik van de RUMBA-criteria:

  • Het hanteren ervan heeft alleen zin als alle vijf de criteria worden gehanteerd. Het doel moet helder geformuleerd zijn; nastreven van perfectie is niet nodig.
  • RUMBA is geen doel op zich zelf.

Terug

7. SOAP

Symptomen kunnen zowel Subjectief als Objectief zijn.
Analyseren van subjectieve en objectieve gegevens.
Een Plan dat is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd als antwoord op de analyse

8. Nanda

NANDA-International is een classificatiestelsel voor verpleegkundige diagnose ter ondersteuning van het klinische redeneren. De verpleegkundige diagnosen zijn samengesteld uit een diagnoselabel:

  • Vaak het probleem
  • Een definitie
  • Bepalende kenmerken
  • Risicofactoren en samenhangende factoren

De diagnoses zijn gegroepeerd in 13 domeinen te weten:

1: Gezondheidsbevordering
2: Voeding
3: Uitscheiding
4: Activiteit / rust
5: Perceptie / cognitie
6: Zelfperceptie
7: Rol en relatie
8: Seksualiteit
9: Coping en stresstolerantie
10: Waarden en normen
12: Comfort / welbevinden
13: Groei en ontwikkeling

Terug