Beroep Verpleegkundige

Het beroep van verpleegkundige

De werkzaamheden van een verpleegkundige bestaan onder andere uit:

  1. Helpen met de dagelijkse verzorging.
    Dit betekent wassen, aan- en uitkleden, verstrekken en/of toedienen van voeding en vocht, helpen bij de algehele lichaamsverzorging of onderdelen daarvan.
    Het spreekt vanzelf dat het helpen van cliënten zich beperkt tot activiteiten die de cliënten niet zelf kunnen (bij voorbeeld wassen) of niet mogen (bij voorbeeld een infuus bedienen) uitvoeren.
    Even een kussen opschudden of een cliënt in een prettige houding brengen zijn kleine dingen die de zorg een menselijk gezicht geven.
    Daarbij hoort ook aandacht geven en gedane beloften nakomen.

  2. Verrichten van verpleegtechnische handelingen.
    Dit bestaat uit werkzaamheden zoals het verstrekken van medicijnen, het geven van injecties, verzorgen van wonden en stoma’s, katheters inbrengen en verzorgen, infusen aanleggen enz.

  3. Verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het behandelplan* in overleg met andere disciplines.

  4. Samenwerken met arts(-en) en andere zorgverleners (zoals verzorgenden, voedingsassistenten, diëtisten, fysiotherapeuten, ergotherapeuten, activiteitenbegeleiders interieurverzorgers, vrijwilligers, pastoraal medewerkers en andere beroepsgroepen.

  5. Observeren, signaleren,evalueren en rapporteren.

  6. Verstrekken van inlichtingen.
    Hieronder wordt ook verstaan het verhelderen van zaken die niet duidelijk zijn en / of zijn begrepen door de cliënt. Dit heeft niet alleen betrekking op cliënten maar ook op diens wettelijk vertegenwoordiger (indien van toepassing) en bezoekers, rekening houdend met het beroepsgeheim.

  7. Begeleiden van cliënten in verschillende situaties en deze zo nodig opvangen.

De verpleegkundige vervult meerder rollen, namelijk die van:

  1. Zorgverlener.
    De verpleegkundige is verantwoordelijk voor de dagelijkse verzorging van toegewezen cliënten.

  2. Coördinator / organisator.
    De verpleegkundige heeft coördinerende taken en ziet er op toe dat de cliënten op een efficiënte en correcte wijze verschillende vormen van zorg krijgen.

  3. Ondersteuner.
    Cliënten kunnen bij de verpleegkundige hun verhaal kwijt als zij het moeilijk hebben, of wanneer ze gewoon een praatje willen maken. (Als de verpleegkundige hiervoor geen tijd heeft, zorgt deze voor een zo goed mogelijke verwijzing)
    Daarnaast vangt de verpleegkundige cliënten op bij klachten en problemen, of vragen over hun ziekte, de behandeling, onderzoeken enz.

  4. Belangenbehartiger / communicator.
    De verpleegkundige brengt de belangen van de cliënt, voor zover relevant, in bij allerlei vormen van overleg en bij het opstellen van het behandel- / zorg- / ondersteuningsplan.
    Goede luister- en gespreksvaardigheden zijn daarbij belangrijk.

  5. Samenwerker.
    Hoewel de verpleegkundige primair verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het eigen werk, let deze ook op een correcte uitvoering van het behandel- en verpleegplan van de toegewezen cliënten. Dit betekent dat een tactvolle maar tevens duidelijke omgang met collega’s en andere disciplines van belang is.

  6. Professional.
    De verpleegkundige is een professional die te allen tijde de (wetenschappelijke) ontwikkelingen in het vakgebied nauwkeurig bijhoudt, deze in de praktijk toepast en aan collega’s overdraagt. Daarnaast werkt de verpleegkundige steeds aan de eigen deskundigheid, onder andere door bijscholing en reflectie op het eigen handelen.

  7. Kwaliteitsbevorderaar
    De verpleegkundige zet zich in om de kwaliteit, van de zorg in het algemeen en die van de verpleegkunde in het bijzonder, te verbeteren.

  8. Gezondheidsbevorderaar.
    De verpleegkundige probeert te voorkomen dat mensen ziek worden. Dat kan vorm krijgen door activiteiten ter preventie en door bevordering van een gezonde leefstijl.

De verpleegkundige zou over de volgende vaardigheden moeten beschikken:

  1. Goede sociale vaardigheden.
    Geduld kunnen opbrengen
    Begrip kunnen tonen
    Kunnen luisteren naar klachten en vragen van de cliënt
    Beschikken over een vermogen om geruststellend te kunnen optreden wanneer dat nodig is.
    Relevante en juiste informatie kunnen verstrekken.
    Mondig zijn
    Grenzen durven stellen
    Beschikken over tact
    Conflicten kunnen beheersen.

  2. Integriteit.
    Kunnen omgaan met vertrouwelijke informatie.
    Beschikken over inlevingsvermogen en dit ook laten blijken.
    Respectvolle omgang met de cliënt en andere personen.

  3. Stressbestending.
    Kunnen omgaan met agressie (verbaal en fysiek).

  4. Flexibiliteit.
    Flexibele instelling
    Aanpassingsvermogen bezitten
    Doorzettingsvermogen hebben
    Prioriteiten kunnen stellen
    Over een goed inschattingsvermogen beschikken.

  5. Goede lichamelijk conditie.
    Een goede lichamelijke conditie is onmisbaar vanwege de zwaarte van het beroep.

  6. Goede motoriek en verpleegtechnisch inzicht.

    Verpleegkundige vaardigheden beheersen.
    Vakkennis moet op peil worden gehouden.
    De vaardigheden kunnen toepassen waar en wanneer dit nodig is.
    De cliënt ondersteunen waar en wanneer dit nodig is.
    Zo nodig de gehele zorg over nemen.

  7. Empathie.
    Empathisch vermogen is noodzakelijk om de cliënt te kunnen begrijpen en te begeleiden.
    Ook het afstand kunnen nemen van situaties waarin men als verpleegkundige kan komen te verkeren is daarbij van groot belang.

Verpleegkundigen zijn vooral werkzaam in of bij

Ziekenhuizen
Gehandicaptenzorg
Thuiszorg
Psychiatrie
Verpleeghuizen
Huisartspraktijk
GGD’s
Ambulancedienst
Kraamzorg
Schoolartsendienst
RIAGG’s
De commerciële sector als productbegeleider of vertegenwoordiger

De verpleegkundige in de praktijk

Een verpleegkundige helpt of ondersteunt als professional mensen met een beperking, handicap of (dreigende) ziekte of tijdens hun stervensfase en neemt zo nodig de zorg van de cliënt geheel over.
Dit kan plaats vinden in hun thuissituatie, een zorginstelling, een ziekenhuis of in andere situaties

Het werk van de verpleegkundige is afhankelijk van de afdeling, instelling of situatie waarin gewerkt wordt. Ook de studierichting, verdere specialisatie, persoonlijke interesse of aanwezige vacatures (of ontbreken daarvan) zijn van invloed.

Meestal denkt men mee over beleidszaken, zeker de directe werkomgeving betreffend en wordt intensief samengewerkt met collega’s en medewerkers uit andere disciplines.

Ook meedenken over verbetering van kwaliteit van zorg (ook bij schaarste) hoort daarbij.

De plaats van de verpleegkundige in de organisatie

De directe leidinggevende is meestal de teamleider. Deze ontvangt leiding van de Eerste verpleegkundige of Hoofdverpleegkundige (ook andere functieaanduidingen zijn mogelijk). De verpleegkundige krijgt ook functionele opdrachten van artsen en instructies van andere professionals.

Collega’s of medewerkers

Dit zijn meestal:
Verpleegkundigen.
Verzorgenden.
Administratief personeel.
Professionals uit andere disciplines (Maatschappelijk werkers, fysiotherapeuten, psychiaters, enzovoort).
Divers (medisch) personeel, (bijvoorbeeld operatieassistenten), voedingsassistenten, technici, de applicatiebeheerder, medewerkers van de keuken en transportdienst.
Geen collega’s maar wel erg belangrijk zijn de aanwezige vrijwilligers.

Opleiding tot verpleegkundige

HBO-opleiding
De enige studie waarmee men zich kan kwalificeren als verpleegkundige, is de hbo-opleiding Verpleegkunde. Er zijn veel hogescholen die deze opleiding verzorgen. De meeste van hen bieden bovendien HBO Verpleegkunde aan in zowel een voltijd-, deeltijd- en duale variant (zie ook HIER).

Mbo-vooropleiding
Ook met een afgeronde mbo Verpleegkunde (niveau 4) kan men aan de slag in de verpleging, maar het is ook mogelijk te kiezen voor een speciaal doorstroomprogramma naar het hbo. Men mag dan een verkort traject volgen, waarmee men de bachelor Verpleegkunde in twee tot drie jaar kan afronden. Samen met de studieloopbaanbegeleider schrijf men een Persoonlijk Opleidingsplan, waarin de studieplannen staan. Door het afleggen van assessments wordt duidelijk welke competenties al worden beheerst en welke nog ontwikkeld moeten worden.
Met een andere mbo-opleiding moet het volledige studieprogramma van vier jaar worden doorlopen. (zie ook HIER)

       Werken en leren combineren
       Raadpleeg hiervoor de gewenste zorgorganisatie

Het Salaris van de verpleegkundige

Raadpleeg hiervoor de CAO Ziekenhuiswezen, de CAO Thuiszorg of een mogelijk andere geldende CAO

Carrièremogelijkheden voor verpleegkundigen

Veel verpleegkundigen beginnen met een functie in een zorginstelling. Een aantal van hen kiest ervoor om zich – meteen na de studie of later in de loopbaan – te specialiseren. Na de opleiding Verpleegkunde kan men terecht bij een groot aantal vervolgopleidingen, bijvoorbeeld de opleiding tot ambulanceverpleegkundige, Intensive Care-verpleegkundige, kinderverpleegkundige of arbo-verpleegkundige (bedrijfsverpleegkundige).

Als men manager wil worden, dan zijn er twee mogelijkheden.

De langzame route: men volgt naast de baan korte cursussen of een deeltijdopleiding, waardoor men na verloop van tijd intern of extern kan solliciteren naar een leidinggevende functie als bijvoorbeeld Hoofdverpleegkundige, praktijkopleider of coördinator.

De snelle route: men doet een universitaire masteropleiding als Beleid, Management en Gezondheidszorg (BMG) of Gezondheidswetenschappen. Deze studies leiden op voor leidinggevende functies binnen de zorg, maar men kan er bijvoorbeeld ook mee aan de slag in ministeries, het onderwijs (als docent Verpleegkunde) of op de afdeling Personeelszaken van een zorginstelling.

Men kan ook kiezen voor een opleiding master HBO Verpleegkunde
Met een hbo master kan men als hoogopgeleide zorgprofessional aan de slag bij een groot aantal (zorg)instellingen en organisaties.
Voorbeelden van masteropleidingen zijn:
– Advanced Nursing Practice
– Physician Assistant
– Care en Technologie
Digitale Innovatie in Zorg en Welzijn
– Verplegingswetenschap

Een andere carrièremogelijkheid voor verpleegkundigen is kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Men laat zich dan inhuren door bijvoorbeeld particulieren, die afgestemde zorg nodig hebben in hun thuissituatie. Voordat men zich als zelfstandige kan vestigen, moet men wel eerst een aanvullend programma bij de Kamer van Koophandel volgen om een eigen onderneming te mogen starten.

Aanbevolen websites

Keuzewijzer Tip
FNI

Nursing
V&VN
Zorgportaal

Aanbevolen boeken

Huilen mag (De Bruin, S., Gerrese, M. en Pollmann, J., Verpleegkunde Nieuws, 2003)
Een bundeling van achttien verhalen van verpleegkundigen over hun ervaringen met leven en dood in hun werk, aangevuld met het verhaal van een patiënt die te horen kreeg dat ze zou gaan sterven.

De verpleegkundige als patiënt (Odekerken, S., Bohn Stafleu van Loghum, 2004)
De verhalen in dit boek zorgen ervoor dat de verpleegkundige zich in de situatie van de patiënt kan verplaatsen en deze stimuleert om het werk door de ogen van de patiënt te bekijken.

Onzichtbare zwaarte van zorg: verpleegkundigen en verzorgenden aan het woord (Bruntink, R. en Cremers, A., Elsevier Gezondheidszorg, 2005)
Twaalf verpleegkundigen en verzorgenden vertellen over hun vak. Ze zijn afkomstig uit verschillende werkvelden, en worden met situaties geconfronteerd waarvan de moeilijkheidsgraad door buitenstaanders vaak behoorlijk onderschat wordt.

* Voor behandelplan kan ook worden gelezen zorgplan, ondersteuningsplan of begeleidingsplan.

** Voor cliënt kan ook worden gelezen patiënt, zorgvrager of hulpvrager.

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 17-08-2023